Wat is een FESS?
FESS staat voor functionele endoscopische sinuschirurgie. Bij deze ingreep worden de sinussen endoscopisch ( met de camera door de neus ) open gemaakt om de afwijkingen en de verziekte slijmvliezen te verwijderen, zodat de de sinussen kunnen genezen. Deze ingreep wordt onder algemene verdoving uitgevoerd.
Wanneer?
- bij ontsteking van de sinussen, acuut of chronisch, wanneer medicatie niet of onvoldoende helpt.
- bij neuspoliposis. (niet te verwarren met de poliepen bij de kinderen!)
- wanneer de openingen van de sinussen dermate nauw zijn dat herhaalde sinusontstekingen optreden.
- bij vermoeden van kwaadaardigheid.
Hoe?
- onder algemene verdoving.
- onder endoscopisch zicht, dwz zonder insnedes aan de buitenkant van de neus.
- hospitalisatie van 1 nacht.
Voor de ingreep
- endoscopie van de neus.
- CT scan van de neus
Na de ingreep
- slechts zeer zelden wordt een tamponnetje in de neus geplaatst. In de regel is dit niet nodig.
- Gedurende enkele weken is het aangewezen de neus te spoelen met een neuskannetje. Dat wordt aangeleerd na de ingreep. Het kannetje krijgt u mee uit het ziekenhuis.
- Medicatie na de ingreep: Celestone in afbouwende dosis. Eventueel pijnstilling en neusdruppels.
- Het is normaal dat u na de ingreep
- Nog last hebt van neusverstopping.
- Nog last hebt van bloederig slijm of af en toe een bloedneus
- Nog wat hoofdpijn hebt op het voorhoofd, waarvoor Paracetamol voldoende helpt
- Werkonbekwaamheid: 1 week tot 10 dagen.
- Na enkele dagen kunt u al licht (bureel)werk uitvoeren.
- Na de ingreep moet u enkele keren naar de raadpleging komen om de sinussen te laten reinigen. Dit gebeurt onder lokale verdoving met de endoscoop, tijdens de raadpleging.
- Een normale genezing duurt 3 tot 6 weken.
Mogelijke complicaties
Elke ingreep houdt bepaalde risico’s in. Daarom is het belangrijk vooraf de voordelen van de ingreep af te wegen tegen de mogelijke complicaties.
Neusbloeding of epistaxis: Dit is een complicatie die normaal gezien goed reageert op een conservatieve behandeling. Neustamponnade is zelden noodzakelijk.
Infectie: Aangezien chirurgie plaatsvindt in een besmet gebied, kunnen de sinussen secundair infecteren. Infecties kunnen goed behandeld worden met antibiotica.
Bloeduitstorting rond het oog (periorbitaal en orbitaal hematoom): Aangezien de chirurgie dicht bij het oog plaatsvindt, kunnen er zich in dat gebied complicaties voordoen. Deze complicaties komen zelden voor. Ze kunnen bestaan uit oppervlakkige onschuldige bloedingen rond het oog: dit uit zich als een blauw oog dat na enkele dagen of weken verdwijnt. Zeer zeldzaam gaat het om een orbitaal hematoom. Hierbij ontstaat er een bloeding in de oogkas, waardoor de druk in de oogkas plots stijgt, met gevaar voor de oogzenuw. Als dit laatste zich voordoet, is onmiddellijke chirurgie noodzakelijk.
Gezichtsverlies: Er zijn enkel geïsoleerde gevallen in de literatuur terug te vinden.
Cerebrospinaal vochtlek: Dit ontstaat wanneer de schedelbasis beschadigd wordt tijdens de chirurgie (0,1%). Deze complicatie komt zelden voor. Patiënten met een cerebrospinaal vochtlek klagen over waterige neusloop en hoofdpijn. Indien dit lek tijdens de operatie opgemerkt wordt, wordt dit meteen gesloten met een stukje weefsel. Dan moet patiënt wel langer in het ziekenhuis verblijven dan oorspronkelijk gepland.