Hoorapparaten zijn toestellen die de slechthorendheid verhelpen en tot een verbeterd spraakverstaan moet leiden.
Bij hoorapparaten wordt een onderscheid gemaakt tussen de gekende klassieke hoorapparaten die in de gehoorgang of achter de oorschelp worden gedragen en implantaten.
- De klassieke hoorapparaten zijn qua vorm en prijs sterk verschillend. Met het voorschrift van uw neus-, keel- en oorarts kan bij de audicien of hoorprothesist een proef gebeuren. Deze proef is vrijblijvend en wettelijk vastgelegd. Enkel bij tevredenstellende winst van gehoor en het spraakverstaan kan de de patiënt overgaan tot de aankoop van het hoortoestel. Op vandaag wordt indien mogelijk meestal een hoorapparaat op beide oren aangepast. De ziekteverzekering voorziet een tussenkomst bij de aanschaf van apparaten wanneer aan de vereiste voorwaarden is voldaan
- Implantaten worden geplaatst in de gevallen waar de klassieke hoorapparaten geen oplossing kunnen bieden. Naast het cochleair implant behoort de BAHA tot de meest voorkomende hoorimplantaten. Nadere details vindt u bij de specifieke uitleg over cochleair implant en BAHA
Om na te gaan welk hulpmiddel wenselijk is bij de slechthorendheid zal uw neus-, keel- en oorarts na onderzoek en hoortesten verder advies verlenen.