Welke ingrepen
Het operatief verwijderen van de ganse (totale thyroidectomie) of een halve schildklier. (schildklierlobectomie)
Waarom?
- Wanneer de schildklier dermate groot wordt, dat slikken of ademen moeilijker verloopt.
- Wanneer de functie van de schildklier dermate verstoord is, en medicatie niet of onvoldoende helpt.
- Wanneer er een knobbel in de schildklier aanwezig is, en de precieze aard van deze knobbel onzeker of verdacht is.
Hoe?
- onder algemene verdoving.
- insnede laag in de hals, in een huidplooi. Dit wordt netjes gehecht, zodat het litteken niet storend is.
- Tijdens de ingreep worden de zenuwen naar de stembanden (die net naast de schildklier lopen) opgezocht en gespaard.
- Tijdens de ingreep worden de bijschildklieren (die zorgen voor het kalk in het bloed) opgezocht en gespaard.
- Na de ingreep zit er een redonnetje in de hals die het eerste bloed opvangt.
- Opname duur: 2-5 dagen (afhankelijk van de kalkwaarden)
Voor de ingreep
- onderzoek van de beweeglijkheid van de stembanden.
- bloedname.
- consultatie bij de dokter endocrinoloog. (arts gespecialiseerd in de hormoon-producerende organen)
- echografie van de schildklier.
- eventueel punctie van de schildklier: gepuncteerde cellen worden onderzocht in het laboratorium.
- eventueel een schildklierscintigrafie.
- algemeen nazicht bij de huisarts.
Na de ingreep
- Werkverlet , afhankelijk van de grootte van de ingreep, 2- 4 weken.
- Heffen, poetsen, sporten, zwaar werk… wordt best gedurende 4-6 weken vermeden. Licht (bureel)werk kan al na enkele dagen uitgevoerd worden.
- Het hechten van de insnede gebeurt met draad die vanzelf verteert. Ze moet niet verwijderd worden. De huisarts controleert de insnede na 5 dagen en knipt de knoopjes af.
- Na de ingreep wordt het kalkgehalte in uw bloed gecontroleerd, en eventueel bijgecorrigeerd met zakjes Calcium of met Vitamine D. Dit is meestal slechts tijdelijk.
- Afhankelijk van de grootte van de schildklieringreep moet levenslang schildklierhormoon ingenomen worden.
- Fel zonlicht of zonnebank op de litteken wordt best vermeden gedurende 6 maanden.
- Verdere controle van het bloed, en eventuele aanpassing van de medicatie, gebeurt steeds in overleg met de endocrinoloog en/of huisarts.
Mogelijke complicaties
Geen enkele ingreep is volledig vrij van kans op complicaties.
Er zijn altijd de normale risico’s van een operatie en een verdoving, zoals trombose, longontsteking, nabloeding, wondinfectie.
De complicaties in het operatiegebied en de kans daarop, hangen samen met het soort operatie.Hoe ingewikkelder de operatie des te meer kans op beschadiging van de structuren die vlak bij de schildklier liggen.
Letsel van de stembandzenuw is zeldzaam (1 %) en blijkt veelal van voorbijgaande aard te zijn. Wanneer een stemband daardoor minder functioneert, kunt u met behulp van een logopedist(e) weer leren praten. Hard spreken of roepen is dan echter niet meer mogelijk. Ook als de stembandzenuw niet wordt beschadigd kunnen er lichte stem- veranderingen optreden. Indien er toch sprake zou zijn van een blijvende stembandverlamming , gepaard met ernstige heesheid, kan een 2e operatie overwogen worden om de verlamde stemband dichter bij de middenlijn te plaatsen, waardoor de stem opnieuw krachtiger kan klinken.
Bloedingen kunnen voorkomen. Daarom worden uit voorzorg drains in het operatiegebied achtergelaten.
Een tekort aan bijschildklierhormoon komt de eerste weken na de ingreep frekwent voor, gezien de bijschildkliertjes in het operatiegebied liggen en hun doorbloeding gestoord kan zijn.
Met calciumtabletten en eventueel vitamine D-preparaten kan dit goed behandeld worden.
Over het algemeen is thyroïdectomie dus een veilige operatie met weinig complicaties en een vlot herstel. Meestal moet u na de ingreep schildklierhormoon nemen. De schildklierfunctie dient 6 weken na de ingreep en dan halfjaarlijks of jaarlijks bij uw huisarts of bij de endocrinoloog gecontroleerd te worden.
Het voorgaande is een globaal overzicht en niet limitatief.
De situatie kan bij iedere patiënt toch verschillend zijn. Indien u na het lezen van deze info nog vragen hebt, kan u steeds terecht bij uw behandelende arts.